Sneeuwgorzen op het strand

Sneeuwgorzen op het strand

Sneeuwgors in de sneeuw Foto Koos Dijksterhuis
Sneeuwgors in de sneeuw Foto Koos Dijksterhuis

Een van de vogels die de Nederlandse winter opvrolijken, is de sneeuwgors. Sneeuwgorzen broeden op Arctische toendra’s, op IJsland en in de Noorse bergen en zakken in de herfst af naar het zuiden. In Nederland overwinteren er honderden tot duizenden, het aantal wisselt en hangt onder meer af van de voedselvoorraad in noordelijker streken.

Sneeuwgorzen broeden in holletjes tussen pollen op de toendra en in gaten en spleten tussen rotsen en stenen. In Nederland verblijven ze ’s winters vooral aan de kust, die er toendra-achtig uit kan zien. De meeste sneeuwgorzen hangen rond in het oostelijk waddengebied en al zijn ze niet met vele, als je er één ziet, zie je er meer.

Langs de Groninger Waddenzeedijk zie ik ze wel eens over de kwelders zwermen. Eind vorige week zag ik ze op Schiermonnikoog. Het was die ene koude maar zonnige dag in een druilerige reeks en ik gaf een lezing in het dorp. Daar liep ik met mijn zoon van de boot af naartoe, in een wijde boog langs de Kobbeduinen en over het strand.

Pal voor de duinovergang van het Badstrand, waar duinvorming geen kans krijgt onder de voetstappen van badgasten, scharrelde een groep sneeuwgorzen over het zand. Ze bevonden zich aan de voet van de duintjes rechts, waar ze waarschijnlijk zaden zochten in uitgebloeide en verdorde strandplanten zoals zeeraket en zeeaster, en vlogen even later voor ons langs de strandvlakte over naar de duintjes links. Ik schatte de zwerm op ruim honderd vogels. Terwijl ze voorbij vlogen, kwetterden ze zacht.

Op de grond hippend zien sneeuwgorzen er in hun winterkleed beige uit en vallen hun witte veren niet zo op, maar in vlucht zijn die des te zichtbaarder. Ze hebben grote witte vlakken op hun vleugels, met zwarte vleugelpunten.

(Natuurdagboek Trouw woensdag 3 jan. 2018))

DELEN
Reacties zijn gesloten.