Stekelbaarsjes als huisdier

Stekelbaarsjes als huisdier

Stekelbaarsje. Foto Koos Dijksterhuis
Stekelbaarsje. Foto Koos Dijksterhuis

Een vriend van me heeft in zijn tuin een aquarium vol slootwater. “Ik kweek watervlooien”, verklaart hij. Hoezo? “Voor de stekelbaarsjes.” Vriend zat als kind net als ik in de christelijke jeugdbond voor natuurstudie en hoewel dat christelijke sleet, is zijn natuurstudie nog even jeugdig. Hij heeft nu kinderen en kan met hen als dekmantel ongegeneerd met een netje in de sloot spatteren. Ook kijkt hij graag door een duikbril onder water. Als hij daarover vertelt, raakt hij in vervoering. Hij moet er voor op pad, want er zijn in Nederland weinig sloten waar het water nog doorzichtig en visrijk is. Drijf- en kunstmest maken het troebel.

In de provincie Groningen zijn relatief veel schone sloten. De boeren en waterschappen hebben er ontdekt dat de waterkwaliteit stukken beter wordt als ze rietkragen grotendeels laten staan en slechts af en toe maaien. Riet zuivert het water. De vis- en vogelstand neemt toe en het laten staan van riet scheelt een boel tijd en brandstof.

Vriend vond een begroeide sloot met helder water en ving er driedoornige stekelbaarsjes. Hij houdt er nu twee als huisdier: een mannetje en een vrouwtje. Het mannetje is wat kleiner en heeft een vuurrode buik. Dat heeft ie alleen in de paaitijd. Hij verleidt het vrouwtje door uitdagend te kronkelen voor een zelfgemaakt nest. Daarin hoopt hij haar eitjes te verzamelen, bevruchten en verzorgen.

Een stekelbaarsjesman zou andere mannetjes wegjagen. Die herkent hij aan hun rode buik. Ook een vinger met rode nagellak wordt aangevallen. Vriend heeft slechts één mannetje en één vrouwtje. Als het niet klikt tussen die twee, hebben ze pech, maar het ontbreken van concurrentie zal de kieskeurigheid vast doen slinken.

(Natuurdagboek Trouw vrijdag 17 juni 2016)

DELEN
Reacties zijn gesloten.