Nachtvlindertje met lange sprieten

Nachtvlindertje met lange sprieten

Wilgenlangsprietmot Foto Jeanette Essink
Wilgenlangsprietmot Foto Jeanette Essink

De eerste langsprietmotten die zich in de vroege lente vertonen, zijn wilgenlangsprietmotten, fraai glanzende vlindertjes van wie de mannetjes enorme voelsprieten dragen, door vlinderkenners antennes genoemd. De laatste langsprietmotten vliegen tot in juli, maar dan zijn de wilgenlangsprietmotten al lang uitgevlogen.

Wilgenlangsprietmotten vliegen tot in mei. Dan zijn de wilgen ook uitgebloeid en staan ze in hun jonge, frisse blad. Niet dat wilgenlangsprietmotten alleen wilgennectar lusten, maar ze zetten hun eitjes steevast af op wilgenkatjes en houden zich daarom meestal op in en rond wilgen. Hun rupsen eten het liefst gevallen wilgenblaadjes. Nadat de rupsen uit hun eitje kruipen, laten ze zich uit de wilg vallen. Daar eten ze zich een slag in de rondte, zoals het rupsen betaamt, maar eerst lijmen ze stukjes blad aan elkaar tot een zakje, waarin ze zich verstoppen. Dan zien merels, lijsters, bosmuizen en andere liefhebbers van rupsjes ze niet meteen.

Langsprietmotten worden tot de micromotten gerekend, kleine nachtvlinders, waarvan er honderden zijn en die in de meeste insectenboeken ontbreken. Ondanks hun status als nachtvlinder zijn ze vaak overdag actief, bijvoorbeeld als de mannetjes met hun allen door de lucht dansen in de buurt van de takken waarop de vrouwtjes zitten te kijken. De algemene smaragdlangsprietmotten zijn daar goed in, maar die vliegen pas in mei. Dan kunnen ook de pinksterbloemlangsprietmotten overdag gezien worden, zittend of eitjes leggend op een pinksterbloem. Zo zijn er langsprietmotten die zich vooral of zelfs uitsluitend bij hertshooi, ereprijs, gentiaan of blauwe knoop ophouden.

Omdat de vrouwtjes van de meeste soorten langsprietmotten paren met dezelfde lichaamsopening als die waardoor ze eitjes leggen, worden die insecten ‘primitief’ genoemd. Ze verkeren daarmee nochtans in het geavanceerde gezelschap van vogels en, als we een baby gemakshalve beschouwen als een soort ei, ook van zoogdieren, onder wie de mens.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 19 april ’18)

DELEN
Reacties zijn gesloten.