Zebrarupsen

Zebrarupsen

Zebrarupsen. Foto Koos Dijksterhuis

Het Jacobskruiskruid stond in knop toen ik naar Schiermonnikoog ging en ik hoopte op het eiland zebrarupsen te vinden om mee te nemen. Drie jaar geleden dook Jacobskruiskruid voor het eerst op in mijn tuin en het weet zich jaarlijks te vermenigvuldigen. De planten bloeien mooi, met gele sterretjes, en eindeloze rijen insecten snoepen van hun stuifmeel. De grootste liefhebber is de zebrarups.

Als kind vond ik het al raar dat de zwart-geel gestreepte rupsen naar zebra’s werden genoemd, want zebra’s zijn zwart-wit. Tijgerrupsen was logischer geweest. Maar goed, Zebrarupsen eten vrijwel alleen Jacobskruiskruid. Ze slaan gifstoffen uit de plant op, zien er angstaanjagend uit in hun wespenpak, en kunnen onbevreesd voor vogels van de planten eten. Van die planten blijft soms niets over.

Vorig jaar, toen de planten hun pluizige zaad lieten waaien, wilde ik zulke rupsen laten inkwartieren. Maar ik was te laat, geen zebrarups meer te bekennen.

Die rupsen horen in juli en augustus te grazen, maar half juni zag ik er op Schier al Jacobskruiskruiden mee vol zitten. Ik stopte wat stengels met rupsen en al in zo’n plastic bak waar fruit in had gezeten, met luchtgaatjes.

De rupsen klommen meteen door die gaatjes en verspreidden zich door de plastic tas. Die tas zat meteen vol poepjes. Ik verplaatste ze naar een yoghurt-emmertje, prikte gaatjes in de deksel en deed het geheel in een zijvak van mijn rugzak. Het vakje bleef open. Op de boot en in de bus zorgde ik ervoor dat ze in de schaduw bleven en steeds lichtte ik even de deksel, voor frisse lucht. Ze zaten onbekommerd te smikkelen.

Thuis liet ik ze los en verspreidden ze zich razendsnel over de Jacobskruiskruiden. Een deel klom meteen naar de knoppen, bovenin. Misschien vliegen er straks rood-zwarte Sint-Jacobsvlinder door de tuin!

Weldra deden ze zich te goed, zie foto. Maar wat heeft die ene plant wat de andere niet heeft?

(Natuurdagboek Trouw woensdag 26 juni ’19)

DELEN
Reacties zijn gesloten.